Actueel

« Terug naar overzicht

Even voorstellen; Manon

15 juni

Voor en achter de schermen van Geef me de 5 werken ruim 25 mensen die zich met passie inzetten voor mensen met autisme. In de blogserie ‘Even voorstellen’ vragen we telkens een van onze medewerkers het hemd van het lijf, zodat je ze beter kunt leren kennen.

Naam: Manon Knook
Functie: communicatiemedewerker en coördinator van de Geef me de 5-ambassadeurs
Leuk om te weten: ‘Het voorwerp op de foto is een collage van wie ik ben. Die heb ik gemaakt toen ik tijdelijk stopte met werken. Het is een reminder aan waar ik goed in ben en wat ik belangrijk vind. Dat kan ik zowel benutten in mijn werk als daarbuiten.’

 

‘De drijfveren voor mijn werk liggen ontzettend dicht bij mezelf door wat ik heb meegemaakt met mijn gezin. Ik geloof ontzettend in Geef me de 5. Van daaruit zie ik mogelijkheden.’

 

Manon Knook was zó enthousiast over wat de Geef me de 5-methodiek haar en haar gezin heeft gebracht, dat ze dacht: dit gun ik iedereen die te maken heeft met autisme. Ook dacht ze: er zijn vast meer mensen zoals ik, die Geef me de 5 een warm hart toedragen en hun ervaringen willen delen. Dat vermoeden klopte. In een paar maanden tijd wist Manon een netwerk op te bouwen van zeventig ambassadeurs die zich nu al een paar jaar vrijwillig inzetten voor Geef me de 5. Daarna heeft ze een aantal andere projecten op touw gezet om Geef me de 5 toegankelijk te maken voor nog meer mensen.

 

Van label naar talent

‘Soms vinden mensen het lastig om aan de buitenwereld te vertellen dat hun kind autisme heeft. Ik begrijp dat wel, er is zo snel een oordeel. Maar ik vertel het juist om de andere kant te laten zien. Mijn zoon snapt zichzelf inmiddels zo goed dat zijn autisme zijn talent is geworden. Hij ondervindt er totaal geen belemmeringen meer door. En dat terwijl ik me in groep 3 met regelmaat afvroeg: hoe gaat hij het ooit redden? Inmiddels zit hij in groep 8 en het is echt waanzinnig wat hij doet en kan. Onlangs deed hij mee aan de Benelux-finale van de Lego League. Dat overleeft geen mens, zo’n dag in zo’n gigantische evenementenhal, maar hij kon het allemaal aan. Hij had vooraf zelf bedacht: mijn juf die altijd zorgt voor orde en rust, kan niet mee. Hoe ga ik het aanpakken? Wat kan wel? Samen hebben we in kaart gebracht wie meeging en wat mogelijk was. En toen was het: check, klaar. “Ik moest wel even schakelen toen ik aankwam in die enorme evenementenhal”, vertelde hij bij thuiskomst. “Ik dacht: o jee, ga ik dit de hele dag doen? Maar dan scan ik gauw hoe het in elkaar zit en dan lukt het me.” Hij weet zo goed dat hij eerst overzicht voor zichzelf moet creëren, dat hij die dag fluitend is doorgekomen.

Dat mijn middelste zich nu zo goed kan redden, hebben we te danken aan Geef me de 5. Ook voor mijn andere twee kinderen heeft de methodiek veel gebracht. Ze hebben hun broer beter leren begrijpen en zijn heel zorgzaam. Geef me de 5 is gewoon een waanzinnig goede opvoedmethode, voor ieder kind.’

 

Geef me de 5-ambassadeurs

‘Vanuit dat enthousiasme ben is dus het ambassadeursnetwerk gestart. Ik had mijn baan als communicatieadviseur bij de gemeente Deventer opgezegd om voor mijn gezin te zorgen. Mijn zoon heeft niet alleen autisme, maar moest voor een medische aandoening ook een aantal keer naar het ziekenhuis. Het was fijn dat ik daar alle tijd en aandacht voor had en niet in de knel kwam met werk of andere verplichtingen. Toen het na een jaar met iedereen goed ging, wilde ik graag weer zinvol bezig zijn.

In ruim twee jaar tijd is het ambassadeursnetwerk ontzettend waardevol gebleken. De ambassadeurs delen hun succeservaringen met Geef me de 5 waar dat maar kan. Ze vertellen erover op de school van hun kinderen, aan collega’s, bij de lezingen van Geef me de 5 en aan iedereen die er baat bij kan hebben. Ook brengen ze mij in contact met mensen die iets voor Geef me de 5 kunnen betekenen. Dat is de kracht van een netwerk: veel mensen kennen veel mensen. Zo verspreiden we samen de olievlek.

 

Pionieren

‘Mensen meekrijgen en samenbrengen, is de rode draad in mijn leven. Vaak ben ik de verbindende factor. Binnen de boekenclub die ik heb opgericht, maar ook bij de hardloopclub waarmee ik één keer per jaar een halve marathon loop in een grote Europese stad. Ik ken iedereen en weet altijd nog wel iemand voor wie het ook interessant is of die ook kan bijdragen. Of ik bemiddel voor anderen: “Ik heb gehoord dat die en die nog iemand zoekt, zal ik eens voor je bellen?” In mijn werk kan ik die eigenschappen heel goed kwijt.

Gaandeweg ben ik steeds meer nieuwe ingangen gaan vinden voor Geef me de 5. Ik hou van pionieren: wat is nodig, wat zou kunnen helpen om deze methodiek toegankelijk te maken voor meer mensen? Ik zie overal mogelijkheden. De gemeenten bijvoorbeeld zijn verantwoordelijk voor jeugdzorg. Met alle tekorten die er zijn, moeten zij veel meer inzetten op preventie. De gemeente Barneveld doet dat al jaren door de Geef me de 5 Basiscursus aan te bieden aan ouders. Daar kan voor meer gemeenten werken, dacht ik. Ik ben wethouders gaan uitnodigen voor de lezing en als die enthousiast waren, leidde dat tot een gesprek met de verantwoordelijk ambtenaar. Een aantal gemeenten biedt de cursus nu preventief aan ouders aan. Dat mogen er wat mij betreft veel meer worden, maar geduld is een schone zaak. Het is een voordeel dat ik die wereld ken.’

 

Inclusie

‘Alle nieuwe contacten leiden weer tot mooie nieuwe initiatieven. Zo attendeerde een oud-wethouder uit Deventer mij op het landelijke overheidsprogramma ‘Alles is gezondheid’; dat stimuleert het bedrijfsleven, de politiek en de publieke sector om samen te werken aan een gezonder Nederland. Geef me de 5 heeft ook een officiële belofte met een ambitie ingediend. Onze inzet op preventie bij de gemeenten past daar heel goed binnen. Daarnaast ben ik nog een tweede project gestart dat nog in de kinderschoenen staat. Ik geloof er namelijk in dat Geef me de 5 ook veel kan betekenen op de arbeidsmarkt voor mensen met autisme. In dat kader voer ik gesprekken met techbedrijf ASML, Defensie en werving- en selectiebureau Autitalent. Zij zien ook de noodzaak en mogelijkheden. Door samenwerking kunnen we nog meer voor elkaar krijgen.’