Actueel

« Terug naar overzicht

Annemiek in coronaland Deel 2

04 juli

Annemiek in coronaland

Deel 2 Social distancing, zegen of vloek?

De komst van het coronavirus en de maatregelen die werden genomen om de verspreiding ervan in te dammen, veranderden de wereld in rap tempo. Hoe ga je daarmee om als je autisme hebt? Annemiek (72) deelt het met ons in een driedelige blogserie. In het eerste deel nam ze ons mee naar haar eerste reactie: ‘De angst voor het virus is één, maar hoe moet ik omgaan met mijn omgeving?’ In dit tweede deel vertelt ze over de voor- en nadelen van social distancing. In deel 3 zal ze delen wat de onduidelijkheid bij de overgang naar het nieuwe normaal met haar doet.

 

Social distancing, zegen of vloek?

‘Werk thuis, houd anderhalve meter afstand, geef elkaar geen hand, zoek elkaar niet op en scholen, restaurants en cafés blijven gesloten.’ De eerste coronamaatregelen zijn een feit. Ineens vallen een heleboel sociale verplichtingen weg. Wat heerlijk! Ik hoef niet meer na te denken over of ik het wel leuk vind om naar een verjaardag of andere sociale verplichting te gaan, want dat mag gewoon niet. De wereld is heel duidelijk en overzichtelijk.

Tennissen met mijn vaste clubje met drie andere vrouwen, mis ik wel. Maar het tossen, dat er ook bij hoort, kan ik missen als kiespijn. Bij tossen word je willekeurig ingedeeld en weet je niet van tevoren met wie je moet spelen en met hoeveel mensen. Toch vond ik dat ik eraan mee moest doen, uit sociale overwegingen. Anders hoor je er niet bij. Al verzon ik vaak een smoes dat ik niet kon. Door de coronamaatregelen hoeft het nu niet. Ideaal.

 

Wie ben ik?

Al die maatregelen hebben ook een keerzijde, want alle contacten die ik had, zijn ook ineens weggevallen. Het vele vrijwilligerswerk dat ik doe, ligt stil en ik word ontzettend op mezelf teruggeworpen. Dat is eenzaam. Wie ben ik zonder al dat vrijwilligerswerk? In mijn rol als penningmeester of coördinator leek dat duidelijk. En nu? Het is een typisch voorbeeld van mijn autisme: ik kan mezelf niet goed aanzetten en geen verbinding met mezelf krijgen. Normaal gesproken haal ik bevestiging uit mijn omgeving en is de uitdaging om ‘er’ iets moois van te maken het signaal om in actie te komen. Nu ervaar ik een ontzettende leegte.

 

Eenzaam

Door de coronatijd heb ik me gerealiseerd hoe parallel mensen naast elkaar kunnen leven. Er zijn in mijn ogen maar weinig andere mensen die oprecht nieuwsgierig zijn, die de ander echt willen begrijpen. Misschien doe ik dat zelf ook niet genoeg. Alhoewel, als ik iemand spreek, vraag ik vooral hoe het met de ander gaat. En als die ander zou vragen ‘En jij dan?’, dan laat ik niet het achterste van mijn tong zien. Ik vertel niet hoe eenzaam ik me voel, dat zou voelen als een afgang. Dan ben ik geen leuk mens en wie wil daar nu mee omgaan?

 

Inzicht

Op mezelf teruggeworpen zijn in deze coronatijd, levert me uiteindelijk ook nieuwe inzichten op. Ik realiseer me nu pas dat ik heel veel vrijwilligersactiviteiten ben gaan doen om me ergens ‘in te kopen’. Dan zoek ik daar een duidelijke positie en hoor ik er automatisch bij, dacht ik. Maar zo werkt het niet. Sinds de lockdown heb ik van niemand meer iets gehoord. Bovendien levert het me niets op: ik krijg er geen vrienden door en vind het werk alleen maar eentonig. Daar ga ik mee stoppen, besluit ik. Voor de NVA doe ik als vrijwilliger wat redactiewerk. Dat vind ik wél leuk, dus dat blijf ik doen.

 

Zelfrespect

Dingen doen om er maar bij te horen, is typisch iets wat bij mijn autisme hoort. Mensen zeiden vroeger al tegen mij: ‘Jij wilt altijd overal bij horen.’ Ik had geen idee waarom ik dat deed. Nu wel. Ik zoek soulmates en mensen die ik leuk vind. Het lastige is dat ik alleen verbondenheid voel als de relatie duidelijk is vastgelegd, als ik precies weet wat mijn rol is. Dan is het duidelijk wie ik ben in die groep. Ik had gedacht dat ik me daardoor zelfverzekerder zou voelen, maar dat is niet het geval. ‘Ik heb een rol dus ik ben’ blijkt niet de oplossing voor mijn innerlijke onzekerheid. Mijn zelfrespect moet ik dus uit andere dingen halen. Daar ben ik al een tijdje mee aan het werk en het is nog een behoorlijk proces. Niet zo gek, ik weet nog maar tien jaar dat ik autisme heb.

 

 

Annemiek is 72 jaar. Ze weet pas sinds 10 jaar dat ze autisme heeft en sindsdien begrijpt ze zichzelf beter. Nu snapt ze waarom ze het zo lastig vindt om te besluiten wat ze moet doen, waarom ze veel van anderen afkijkt en waarom onzekerheden haar onrustig maken. Schrijven helpt haar om haar gedachten te ordenen, zeker als ze in een dip zit.