Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5-tips hielpen moeder Marieke om door te zetten?

10 juni

De aanpak volgens Geef me de 5 hielp moeder Marieke om met baby Roos de omslag te maken van sondevoeding naar gewoon eten. In de vorige blog heb je kunnen lezen hoe Marieke dat deed. In deze blog kun je lezen welke Geef me de 5-technieken Marieke hebben geholpen de nieuwe aanpak vol te houden.

Baby Roos (nu tien maanden) heeft een moeilijke start gehad. Ze heeft de eerste drie maanden van haar leven grotendeels doorgebracht op de intensive care. ‘Door alles wat we hadden meegemaakt in het ziekenhuis, was mijn vertrouwen dat het wel goed zou komen met haar tot het nulpunt gedaald,’ vertelt moeder Marieke. ‘Ik wilde Roos graag van de sondevoeding af krijgen, maar raakte snel in paniek als ze niet at. Dat de professionals hun oordeel al klaar hadden zonder dat ze naar Roos’ gedrag keken, verhoogde de stress. Ik vond het moeilijk een goede afweging te maken. Gelukkig had Geef me de 5-deskundige Colette niet alleen tips voor de omslag van sondevoeding naar babyhapjes, ze steunde ook mij met haar adviezen.’

 

De Geef me de 5-aanpak bij moeder Marieke

GROT’en
‘We hebben de sondevoeding van de ene op de andere dag gehalveerd. Overdag zouden we Roos alleen nog voeding gaan aanbieden met een lepel. Voor mij was het best lastig om te bepalen of Roos huilde omdat ze honger had of om iets anders. Ik schoot snel in paniek als ze eens een dagje wat minder at. Telkens opnieuw leerde Colette mij om te GROT’en: generaliseren, relativeren en een oplossende taak geven. “Het hoort erbij”, zei ze dan. “Groeien en eten gaan in golfbewegingen. Als Roos de ene dag een ‘vreetdagje’ heeft, dan eet ze morgen iets minder. Geen man overboord.” Ze leerde me niet te reageren op Roos’ gewicht (zoals de artsen en de diëtiste deden), maar op Roos’ gedrag: “Is ze vrolijk en actief? Dan is er niets aan de hand. Ze doet het fantastisch!” Langzamerhand kreeg ik weer meer vertrouwen, in mezelf als moeder en in Roos.’

Visueel maken
‘We maakten een invulschema, zodat in één oogopslag duidelijk werd wat Roos op een dag at per eetmoment. Zo werd de vooruitgang zichtbaar en het stelde mij gerust als Roos eens een dag wat minder at: gezien over een aantal dagen kreeg ze echt genoeg binnen. Dat invulschema gingen we steeds minder gebruiken toen Roos steeds beter ging eten. Ook de diëtiste van het ziekenhuis zag de vooruitgang. In eerste instantie moesten we al Roos’ eten afwegen, maar toen ze zag dat het goed ging, hoefde dat niet meer.

Door het schema in te vullen viel ook op dat de eerste voeding van de dag het slechtst ging. Waarschijnlijk had Roos dan nog minder honger door de bijvoedingen in de avond via de sonde. Zodra we daarmee stopten, ging Roos ook in de ochtend meer pap eten.’

Vertrouwen geven
‘De professionals uit het ziekenhuis waren bang dat Roos zich zou verslikken met eten of drinken door haar ervaringsachterstand met voeding. Dat maakte mij onzeker. “Ze onderschatten haar”, zei Colette. “Kijk eens goed naar Roos. Op de film zie ik dat ze eten kan ophoesten, dus dat kan ze ook als ze zich verslikt. Ze is inmiddels sterk genoeg.” Ze leerde me op Roos te vertrouwen. Die leek het makkelijker op te pakken dan ik. Daarom maakte Colette me bewust van elk succesje dat we boekten: “Je kunt het! Roos eet dankzij jou! Heb je al door dat ze zelf kan eten? Alweer een paar cc extra. Het komt goed! Er zit een stijgende lijn in. Jullie kunnen het samen!” Elke keer opnieuw gaf ze me het vertrouwen dat we goed bezig waren.’

Mappen sluiten
‘Mappen sluiten deed Colette bij mij ook aan de lopende band. Ik maakte me continu zorgen: ze eet wat minder dan gisteren, zal ze wel genoeg aankomen, zal de diëtiste tevreden zijn, wat als ze te veel afvalt? Ook spookten de opmerkingen van de artsen continu door mijn hoofd. Mijn valkuil was om bij stress terug te vallen op de sondevoeding. Om door te zetten had ik echt mijn vriend nodig met zijn mannenbrein en het optimisme van Colette. “Parkeer hun commentaar maar. Map dicht. We gaan ze iedereen een poepie laten ruiken!” appte ze dan.’

Kijken naar de mogelijkheden
‘Het mooie is dat onze aanpak ook anderen heeft geïnspireerd. Het jongetje dat naast Roos op de intensive care lag, heeft een complexe hartafwijking. Hij heeft nog veel meer klachten dan Roos. Zijn moeder heeft dezelfde aanpak als ik toegepast. Daardoor durfde ook zij te vertrouwen op wat hij zelf kan en is het ook bij hem gelukt de sondevoeding af te bouwen. Hij kan nu overdag zonder! Ik zou willen dat ze in het ziekenhuis, net als bij Geef me de 5, minder naar de cijfertjes kijken en meer naar het kind kijken en de mogelijkheden.’

Wil je ook leren om Geef me de 5 op maat toe te passen voor jouw kind, leerling of cliënt? Schrijf je dan in voor een van onze cursussen.

*In verband met de privacy hebben de ouders ons gevraagd fictieve namen te gebruiken.