Actueel

« Terug naar overzicht

Even voorstellen; Maarten

18 februari

Voor en achter de schermen van Geef me de 5 werken ruim 25 mensen die zich met passie inzetten voor mensen met autisme. In de blogserie ‘Even voorstellen’ vragen we telkens een van onze medewerkers het hemd van het lijf, zodat je ze beter kunt leren kennen.

Naam: Maarten op de Weegh
Functie: trainer en Geef me de 5-deskundige voor licentiehouders
Leuk om te weten: Maarten is ook lijsttrekker voor de PvdA in Doetinchem en hij zit in het bestuur van de voedselbank. Bij beide functies ziet hij grote paralellen met Geef me de 5.

 

‘Het mooie van de incompanycursussen van Geef me de 5, is dat er zoveel aandacht is voor de casuistiek.’

 

Als íemand gedreven is om mensen die het minder goed hebben gelijke kansen te geven, is het Maarten. Dat doet hij in zijn werk voor Geef me de 5, maar ook op andere manieren.

‘Autisme wordt door veel mensen gezien als een handicap. Daardoor heb je meteen een minnetje achter je naam staan, terwijl het juist ook een plus kan zijn. Geef me de 5 maakt het mogelijk dat iedereen kan meedoen in de maatschappij, zijn of haar talenten kan benutten en zich kan ontwikkelen. Ja, je moet soms veel tijd investeren en je krijgt er niet altijd een ‘dankjewel’ voor terug. Maar je doet het uit liefde, omdat je degene met autisme gunt dat hij verder komt dan waar hij nu staat. Je weet dat hij meer kan zodra hij een stevig fundament onder de voeten krijgt.’

 

Gelijke kansen

‘Daar zit voor mij ook de parallel met de politiek en de Voedselbank. Bij de Voedselbank helpen we mensen in armoede verder. In de politiek kom ik op voor mensen die het minder hebben dan anderen. Gelijkheid vind ik belangrijk. Dat bereik je door sociaal te zijn. Door om mensen te geven. Dat kan met geld of middelen, maar ook op andere manieren. In de gemeenteraad kun je het best een grote groep vertegenwoordigen en voor ze opkomen. Mensen snappen soms niet: hoe kun je nou in de zorg werken én in de politiek zo actief zijn? Voor mij is dat haast hetzelfde. Je hebt alleen andere instrumenten om mensen verder te helpen.’

 

Energie

‘Bij Geef me de 5 geef ik zowel cursussen als lezingen, ook geef ik les op onze post-hbo-opleiding. Daarnaast ben ik Geef me de 5-deskundige voor een aantal licentiehouders in Noord-Holland. Het leukste vind ik de incompanycursussen. Omdat je dan bij veel bedrijven en instellingen over de vloer komt, maar vooral omdat je dan een heel team de goede kant op kunt sturen. Er zijn vaak duidelijke thema’s, één of twee cliënten met wie het hele team moeite heeft, daar kan ik dan alle tijd en aandacht aan geven. Soms moeten mensen echt leren omdenken. Bijvoorbeeld als ze zeggen: “We hebben geen tijd om ervoor te gaan zitten.” Dan zeg ik: “Oké jongens, we hebben een uur pauze. Pak allemaal snel een broodje, dan gaan we nu een plan maken voor deze cliënt.” Het leuke is dat ze zien dat het uiteindelijk tijd oplevert. En dat ze er energie van krijgen. “Zie je? Het werkt!”

Als ik verbetering zie in de vragen die mensen stellen en hoe ze de opdrachten aanvliegen, weet ik dat ik weer een aantal mensen met autisme een stukje verder heb geholpen.’

 

Natuurlijk handelen

‘Niks is me te gek: laag niveau, hoog niveau, alles door elkaar, jonge kinderen, jongvolwassenen, … Ik heb met alle doelgroepen gewerkt in diverse GGZ-instellingen. Toen ik 19 was, ben ik begonnen bij het Leo Kannerhuis. Daarvoor begeleidde ik al vakantiekampen met zowel volwassenen als kinderen met een verstandelijke beperking.

Mijn eigen broer is autistisch, maar daar zijn we pas later achter gekomen. Ik had een natuurlijke manier van omgaan met hem ontwikkeld. Pas toen zijn relatie uitging en hij tijdelijk bij mijn vrouw (Anouk) en mij in huis kwam wonen, vielen langzamerhand de kwartjes en zagen we dat hij autisme heeft. Dat verklaarde een groot deel van zijn gedrag. Hij is universitair geschoold, maar met een aantal basale dingen in het leven weet hij geen raad. Vroeger, als het hem te veel werd, vonden we hem onder een dekentje in de kast. Hij liep letterlijk op zijn tenen toen hij jong was. Het hoorde bij hem. In zekere zin redde hij het ook wel. Hij liep pas vast op de universiteit, toen de structuur wegviel.

Ook Kees, Anouks pleegbroer, hebben we tijdelijk opgevangen. Er was geen dagbestedingsplek voor hem, dus kwam hij een dag in de week bij ons schoonmaken. Zo kreeg hij weer structuur. Daarnaast pasten we regelmatig op bij Frans en Colette de Bruin (Anouks ouders) toen ze nog zeven pleegkinderen hadden. Zij konden dan weg voor hun werk en hadden het soms ook nodig om even niks te hoeven doen. Nu hebben we zelf twee dochters, dat maakt thuiskomen na een lange werkdag extra leuk.’

 

Bewust kiezen

‘Officieel werk ik maar 20 uur voor Geef me de 5. Dat is een bewuste keuze, zo heb ik ook tijd voor de politiek, de Voedselbank en ander vrijwilligerswerk. Daarnaast kan ik zo ook meerdere middagen per week thuis zijn. Dan heb ik alle tijd met onze dochters. Elkaar helpen, aandacht hebben voor elkaar en echt naar elkaar luisteren, is wat ik belangrijk vind. Dat vind ik ook bij Geef me de 5.’