Actueel

« Terug naar overzicht

Tip 3 psycho-educatie bij autisme

18 januari

Theorie en praktijk

Psycho-educatie geven aan iemand met autisme doe je het beste ‘in het moment’. Zo kan degene met autisme direct ervaren waar je het over hebt. Door direct te ondertitelen wat je ziet (gedrag), wat er dan in zijn of haar brein gebeurt (oorzaak) en wat helpt (aanpak), krijgt jouw uitleg direct betekenis. Het beklijft hierdoor beter.

Zeg bijvoorbeeld tegen je kind met autisme:
‘Jij kijkt heel boos en ik hoor je zeggen dat je school heel stom vindt.’ (Gedrag)
‘Je hebt een punthoofd.’ (Oorzaak)
‘Jouw hoofd heeft even rust nodig. Ga maar even met de Lego.’ (Aanpak)

Ga op een ander moment samenzitten om extra uitleg te geven. Refereer daarbij aan de praktijkmomenten die je ondertiteld hebt. Kies hiervoor altijd een moment waarop je kind de ruimte heeft om nieuwe informatie te verwerken.

Als wij psycho-educatie geven gebruiken wij altijd het platenboek ‘Psycho-educatie Dit is autisme’ uit de serie Uitleg in beeld. Geef bijvoorbeeld uitleg aan de hand van de plaat van het punthoofd:

‘Kijk, dit is wat er vanmiddag in jouw hoofd gebeurde. Er was zoveel informatie binnengekomen: je kon je trui vanochtend niet vinden, de juf praatte boos, je had een nieuwe plek in de klas en je jas zat niet lekker. Het waren zoveel stukjes, dat het gele poppetje het niet meer in elkaar kon puzzelen. Dan ontstaat er een punthoofd. Jij ging toen even met de Lego. Terwijl jij aan het bouwen was kon het gele poppetje in jouw hoofd alle puzzels compleet maken.

Het mooie aan werken met de platen uit onze methodiek en het gebruiken van woorden uit onze beeldtaal, is dat je samen een eigen taal krijgt voor wat er gebeurt. Na een tijdje zul je merken dat je tegen elkaar zegt: ‘Hoe kun jij het gele poppetje helpen?’ Of: ‘Ga maar even met de Lego, dat helpt je puzzelen.’

Bekijk hier 'Psycho-educatie Dit is autisme'