Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5 geeft antwoord - bang voor alles

11 april

Als vaste rubriek op onze website beantwoordt Geef me de 5 vragen van ouders en begeleiders van kinderen met autisme. Dit keer geven we antwoord op de vraag van een van onze volgers:

‘Mijn zoon (6) heeft veel angsten. Hij is bang voor dieven, dood, ongelukken, onweer, brand, ... Deze angsten zijn er al een tijd, maar worden steeds groter en meer aanwezig. Kunnen jullie me helpen deze mappen te sluiten?’

 

Geef me de 5 gaat terug naar de oorzaak

Alle kinderen zijn soms angstig. Dat is heel normaal. Angstig zijn kan heel vervelend zijn, maar heeft ook een belangrijke functie. Angst waarschuwt je namelijk voor gevaar.

Omdat kinderen nog niet alles van het leven begrijpen, zijn ze vaker angstig dan volwassenen. De angsten van je zoon passen dan ook bij zijn leeftijd (leeftijdsadequaat noemen we dat). Angst niet kunnen relativeren en dat die juist groter lijkt te worden, zien we vaker bij kinderen met autisme.

Doordat kinderen met autisme informatie gefragmenteerd verwerken, kunnen zij al die enge dingen in het leven maar lastig overzien. Het is voor hen moeilijk om (enge) dingen in de context te plaatsen. Hierdoor hebben kinderen met autisme vaker (irreële) angsten en zijn de angsten vaak heftiger en lastiger te relativeren.

 

Bij dit probleem is de oorzaak: gefragmenteerd informatie verwerken.

 

Geef me de 5 biedt de aanpak

Ook bij kinderen met autisme kun je angsten goed relativeren. Zolang je je communicatie maar aanpast aan het autistische brein.

Dit doe je door Auti-communicatie te gebruiken. Deze manier van communiceren (ontwikkeld door Geef me de 5) biedt continu duidelijkheid ‘op de 5’ en biedt daarmee de samenhang die in het brein ontbreekt.

Angsten relativeer je door gebruik te maken van de Geef me de 5 GROT-techniek; Generaliseren, Relativeren, Oplossende Taak geven.

Bij angst voor de dood kan de basis van je boodschap bijvoorbeeld zijn: ‘Iedereen gaat dood (generaliseren). Dat hoort bij het leven (relativeren). Jij denkt pas weer aan de dood als je zeventig bent. Elke keer als je nu aan doodgaan denkt, dan denk je “zeventig” en ga je verder met waar je mee bezig was (oplossende taak).’

 

Generaliseren, relativeren en oplossende taak geven, zijn de sleutelwoorden.

 

Welke Geef me de 5-technieken hebben we ingezet?

Bovenstaand voorbeeld is niet op maat voor elk kind. Naast de GROT-techniek is hier ook de techniek ‘parkeren in de tijd’ gebruikt. Voor alle Geef me de 5-technieken geldt dat ze pas werken als ze aansluiten bij jouw exacte situatie en bij jouw kind. De technieken bieden aansluiting bij het autistische brein, maar de manier waarop jij ze toepast, is de sleutel tot het succes ervan. Wil je dit leren? Volg de cursus van Geef me de 5 en breng jouw vragen in, zodat je Geef me de 5 leert toe te passen bij jou thuis. Meer informatie vindt je op www.geefmede5.nl/cursussen.

 

Wist je dat we een kinderboekje geschreven hebben over dit onderwerp?

Bekijk boekje