Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5 geeft antwoord – plotseling boos

02 september

Als vaste rubriek op onze website beantwoordt Geef me de 5 vragen van ouders en begeleiders van kinderen met autisme. Dit keer geven we antwoord op de vraag van een van onze volgers:
 

‘Een leerling uit mijn klas (groep 4) kan zomaar ontzettend boos worden. Het lijkt uit het niets te komen en ik heb steeds geen idee wat de aanleiding is geweest. Al meerdere keren ben ik met hem gaan zitten, maar hij kan het me ook niet vertellen. Het enige wat ik nu, op deze momenten, kan doen, is rust bieden. Dat doe ik dan ook, maar ik zou het zo graag willen begrijpen. Waar komt deze plotselinge boosheid vandaan?’

 

Geef me de 5 gaat terug naar de oorzaak

Om niet boos te worden, is het nodig dat je je gevoelens kunt reguleren. Heel makkelijk gezegd, maar flink ingewikkeld. Zelfs voor de meeste volwassenen. Je moet kunnen analyseren wat er om je heen gebeurt, wat jij toen dacht en wat je voelde. Tussen dat alles moet je de samenhang kunnen zien en aan dit alles moet je dan betekenis kunnen geven. Wij doen er met z’n allen een leven lang over om dit te leren en dit leren stopt nooit. We worden door ervaring wijs, zo leren we. Wat we vaak niet beseffen, is dat impliciete regels hierbij een grote rol spelen. Dat is wat dit leren extra moeilijk maakt voor kinderen (en volwassenen) met autisme.

 

Bij dit probleem spelen er dus twee oorzaken: moeilijk gevoelens kunnen reguleren en
onvoldoende samenhang zien

 

Geef me de 5 biedt de aanpak

Leer de leerling te herkennen hoe hij zich per moment voelt. Gebruik hiervoor de Emotiemeter. Je kunt hem gratis downloaden via: www.geefmede5.nl/webshop/hulpmiddelen-en-tips/emotiemeter.

 

  1. Start met het invullen van de thermometer. Gebruik kleuren (bijvoorbeeld rood, oranje, groen) of cijfers (0-1-2 of 0 tot 10).
  2. Koppel de cijfers/kleuren aan wat er op die momenten in het lijf te voelen is. Teken dit uit in het poppetje.
    Bijvoorbeeld: bij groen voel ik me blij, dan zitten er roze wolkjes in mijn lijf en voelt het licht. Bij rood ben ik zó boos dat ik ontplof, mijn vuisten zijn zwart en strak en mijn hoofd is rood.
  3. Koppel deze tekening vervolgens aan de gedachten en het gedrag.
    Bijvoorbeeld: bij groen denk ik: ik kan het. En dan doe ik wat de juf zegt. Bij oranje denk ik: het lukt me misschien niet en ben ik stil en wil ik niet praten.
  4. Bespreek waar de grens ligt en zet daar een dikke vette horizontale streep op het blad. Die lijn willen we niet over gaan, want dat is voor niemand leuk. (Bijvoorbeeld tussen oranje en rood of bij het cijfer 7.)
     

Nu heb je concreet gemaakt wat er, per situatie, eigenlijk allemaal gebeurt.
Door dit te te bespreken en te visualiseren op één blad is er al samenhang ontstaan.

De volgende stap is: regelmatig bespreken hoe het ervoor staat. ‘Is je hoofd nu groen, oranje of rood?’ Door dit regelmatig te doen (oefenen), kunnen jullie beiden steeds makkelijker herkennen wanneer het mis gaat.

 

Vul vervolgens het tweede blad van de Emotiemeter in. Hierop kun je per categorie invullen wat in die situatie helpt. Bijvoorbeeld:

  • Als ik mij oranje voel, dan is het doel om me weer groen te gaan voelen.
  • Mijn helpende gedachte is: samen met juf kan ik alles oplossen.
  • Wat ik ga doen, is: naar de juf en zeggen: ik voel me oranje. Juf helpt mij dan door ervoor te zorgen dat mijn hoofd kan puzzelen.

 

Samenhang aanbrengen tussen gevoelens en gedrag
gekoppeld aan gedrag signaleren is de sleutel.

 

Welke Geef me de 5-technieken hebben we ingezet?

Bij het oplossen van dit probleem worden de Geef me de 5-technieken ‘visualiseren’ en ‘duidelijk zijn op de 5’ gebruikt.

Vind je deze tips interessant? Geef me de 5 biedt ook incompany cursussen, specifiek voor het onderwijs. Tijdens een studiedag komen we bij jullie op school langs. Meer informatie vind je op: https://www.geefmede5.nl/cursussen/incompany