Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5 geeft antwoord – Help, bloed!

31 augustus

Als vaste rubriek op onze website beantwoordt Geef me de 5 vragen van ouders en begeleiders van kinderen met autisme. Dit keer geven we antwoord op de vraag:

‘Als mijn zoon van 6 bloedt, wordt hij helemaal panisch. Hij begint dan te huilen en kan bijna niet meer stoppen. Wat kunnen we doen? Want hij heeft er zoveel last van.’

 

Geef me de 5 gaat terug naar de oorzaak

Heftig reageren op bloeden of pijn hebben kan verschillende oorzaken hebben. Als je die weet te achterhalen, kun je de aanpak erop afstemmen.

Met de (weinige) informatie die we hebben, gaan we voor nu uit van de meest waarschijnlijke oorzaak; dit jongetje kan de ernst van de situatie nog niet inschatten. Hij heeft geleerd dat ‘bloed’ een slecht teken is. Dat is zijn referentiekader en daar reageert hij op. Het is in zijn hoofd nog zwart-wit: bloed is héél erg. Mede hierdoor lukt het dit jongetje niet goed om zijn emoties te reguleren. Als hij moet huilen, kan hij niet meer stoppen.

 

In dit geval lijkt de oorzaak tweeledig: zijn referentiekader van de ernst van bloed is onvolledig en hij weet niet hoe hij zijn emoties kan reguleren.

 

Geef me de 5 biedt de aanpak

Natuurlijk is bloeden en de pijn die hierbij komt kijken vervelend en is het allereerst belangrijk dat je er op zo’n moment bent voor je kind, leerling of cliënt.

Daarnaast is het voor dit jongetje nodig om hem de ernst van de situatie te leren inschatten en hem zijn emoties te leren reguleren. Dat geeft hem de referentiekaders waarmee er grip en rust ontstaat.   

Dit doen we altijd met feiten. Opmerkingen als ‘Het valt wel mee’ vragen om inzicht dat dit jongetje juist nog niet heeft. Grote kans dat deze reactie daarom geen effect zal hebben of misschien zelfs zijn reactie verergert.

 

GROT-methode

We gebruiken hierbij de GROT-methode: Generaliseer, Relativeer en geef een Oplossende Taak en sleutelzin.

We geven een voorbeeld van hoe je dit kunt doen. Neem deze zinnen nooit exact over, maar maak ze op maat voor jouw kind, leerling of cliënt.

Generaliseer: ‘Iedereen heeft weleens bloed.’

Relativeer: ‘Bloed gaat altijd over.’

Om zijn emoties te kunnen reguleren, moet dit jongetje de ernst van de situatie kunnen inschatten. Dit is wat jij zelf (onbewust) ook doet. Door dit hardop, samen met hem, te doen en concreet te maken leer je hem relativeren.
Dit concreet maken kan bijvoorbeeld door meerdere categorieën te maken:

  • een schaafwondje of sneetje waar je bloed ziet, maar het er niet uitkomt is 1 erg.
  • Als het bloed eruit komt is het 2 erg.
  • Als het een grotere/open wond is dan is het 3 erg.

Bedenk deze categorieën van tevoren en teken ze uit. Dit kun je prima samen doen.

Oplossende taak: Aan elke categorie koppel je een oplossende taak.
Zo kan het jongetje bij 1 even een keer diep zuchten en dan weer verder gaan met wat hij aan het doen was. Bij categorie 2 en 3 kan hij bijvoorbeeld even trappelen met zijn benen. Daarna kan hij bij categorie 2 de wond schoonmaken en er een pleister op doen. Bij categorie 3 kan hij naar jou (of een andere volwassene) toe gaan om samen een plan te maken.

Sleutelzin: Bedenk een sleutelzin die het jongetje kan denken of zeggen.
‘Kan gebeuren, gaat weer over’ of ‘Mijn lijf maakt het wondje weer heel, komt goed.’

 

Samen oefenen

De eerste keren dat het voorkomt dat dit jongetje bloedt, kun je hem helpen benoemen welke categorie dit is en wat daarbij hoort. Na een tijdje zul je zien dat hij dit zelf gaat herkennen en weet wat te doen: ‘1 erg, zucht, kan gebeuren, gaat weer over’, waarna hij weer verder gaat met zijn taak.

 

Eindtijd

Soms kan het nodig zijn om ook een eindtijd aan de pijn, het bloed of het wondje te geven. Alles is namelijk te overleven als het een eindtijd heeft. Als dit nodig is, dan schat je in hoelang het duurt voordat het over zal zijn. Deze tijd koppel je aan de categorie.
‘Dit prikt het komende half uur heel erg. Daarna wordt het al minder. Over 2 dagen is de pijn weg.’

 

Duidelijkheid geven op de feiten met de GROT-methode is de sleutel.

 

Welke Geef me de 5-methoden en -technieken hebben we ingezet?

In deze situatie hebben we duidelijkheid geboden op de feiten en samenhang aangebracht met behulp van de GROT-methode. Ook hebben we de pijn voorspelbaar gemaakt door er een tijd aan te hangen. Voor alle Geef me de 5-methoden en -technieken geldt dat ze pas werken als ze aansluiten bij de exacte situatie van jouw kind, leerling of cliënt. De manier waarop jij ze toepast, is de sleutel tot het succes ervan. Wil je dit leren? Volg de cursus van Geef me de 5 en breng jouw vragen in, zodat je Geef me de 5 leert toepassen bij jou thuis, op school en in andere situaties. Kijk voor meer informatie op www.geefmede5.nl/cursussen.