Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5 geeft antwoord - Tanden wisselen

28 maart

Geef me de 5 geeft antwoord

Als vaste rubriek op onze website beantwoordt Geef me de 5 vragen van ouders en begeleiders van kinderen met autisme. Dit keer geven we antwoord op de vraag:

‘Mijn jongste van 9 is volop aan het wisselen. Door een ongelukje met een bal kwam een tijd geleden al een tand los te zitten. Bij de tandarts ging het toen helemaal mis. Mijn zoon ging door het lint en uiteindelijk heeft de tandarts niets kunnen doen. Mijn zoon heeft die dag niets meer durven eten of drinken. Gelukkig viel die tand er dezelfde nacht al uit.

Sinds dit voorval is eten, drinken en praten één grote ramp zodra er een tand los zit. Als ik tegen mijn zoon zeg: ‘De beste oplossing is dat je hem zelf eruit wiebelt of trekt’, wordt hij hysterisch en wil hij er niks van weten. Is dit een foute koppeling? Zo ja, hoe ontkoppel ik dit en kan ik er een positieve draai aan geven?’

 

Geef me de 5 gaat terug naar de oorzaak

Je zoon heeft een negatieve ervaring opgedaan met het verliezen van een tand. Normaal gesproken, wanneer je tanden uit zichzelf los gaan zitten, verloopt dit proces heel anders. Je zoon heeft met die ‘normale’ manier nog geen ervaring. Daardoor valt hij terug op zijn referentiekader van ‘een tand verliezen’.

Daarnaast is tanden wisselen voor alle kinderen spannend. Doordat je van tevoren niet weet wanneer de tand er echt uit gaat, is het ook nog onvoorspelbaar. Dit maakt het voor jouw zoon extra spannend. De pijn die erbij komt kijken, is uiteraard ook niet leuk. Tegelijkertijd is het iets wat gewoon gaat gebeuren en waar iedereen mee te maken heeft.

 

De oorzaak van dit probleem is een beperkt referentiekader.

 

Geef me de 5 biedt de aanpak

Om deze situatie aan te pakken zijn meerdere dingen nodig;

1. Relatie en vertrouwen herstellen

Bij de ervaring met de losse tand bij de tandarts is niet alles van tevoren duidelijk geweest. Daardoor overkwam het je kind en ontstond er paniek. Omdat dit al is gebeurd, is het van belang dat je je aanpak start met je excuses aanbieden: ‘Sorry dat ik niet helemaal duidelijk ben geweest.’ Hiermee herstel je de relatie en daarmee het vertrouwen in jou. Dat is noodzakelijk om je aanpak in de toekomst – bij een nieuwe losse tand – te laten slagen.

2. Referentiekader bouwen & duidelijkheid geven

Leg uit dat het een uitzondering was dat de tand losging door de bal en dat het bij een ongelukje heel anders gaat dan wanneer je tand vanzelf los komt te zitten.

Maak duidelijk ‘op de 5’ hoe het normaal gesproken wel gaat: ‘Alle kinderen gaan wisselen vanaf een jaar of zes. In totaal wissel je twintig tanden en kiezen. Je merkt op een gegeven moment dat een tand een beetje los zit. Daarna gaat hij steeds losser zitten en dan ineens valt hij er vanzelf uit. Je kunt eraan wiebelen, zodat het sneller gaat, maar dat hoeft niet. Als je niet wiebelt, zorgt je lichaam er vanzelf voor dat je tand eruit valt. De tand eronder duwt je melktand namelijk naar boven. Meestal komt je tand helemaal los als je iets aan het eten bent. Je voelt het dan gebeuren en dat is even schrikken. Soms komt er wat bloed bij en doet het pijn.’

3. Met de situatie leren omgaan

De volgende stap is dat jouw kind leert generaliseren en relativeren. Dat helpt hem om met de situatie om te gaan. Dat doe je met behulp van de GROT-techniek:
Generaliseren: ‘Alle kinderen wisselen hun tanden en kiezen.’
Relativeren: ‘Dat hoort bij groot worden.’
Oplossende taak en sleutelzin: ‘Als jouw tand eruit gaat, dan denk je: dat hoort bij groot worden. Weer een tand minder die ik moet wisselen. We maken samen je tand schoon en doen hem in het doosje.’

4. Vertrouwen geven in het eigen kunnen

Vervolgens geef je jouw kind het vertrouwen dat hem dit gaat lukken door te zeggen: ‘Dit kan jij.’

5. Eindtijd geven

Alles is te overleven als het een eindtijd heeft. Vraagt je kind om het half uur wanneer zijn tand er nu uit zal gaan? Vertel dan: ‘Als je jouw tand al goed heen en weer kunt bewegen, dan duurt het maximaal 10 dagen voordat hij eruit is.’ Maak een aftelkalender, dan kan je kind elke dag een kruisje zetten en is het einde in zicht. De pijn en het bloed die horen bij het eruit gaan, kun je een ook eindtijd geven: ‘Dat is na 5 minuten weer over.’ Een suikerklontje of hapje suiker schijnt het bloeden in de mond sneller te stoppen. Voor veel kinderen een leuke manier/afleiding.

 

De belangrijkste sleutel is: breid het referentiekader uit en geef vertrouwen.

 

Welke Geef me de 5-technieken hebben we ingezet?

Bij het oplossen van dit probleem hebben we een heel scala aan Geef me de 5-technieken ingezet: basishouding (als jij het nog niet kunt, heb ik het niet goed uitgelegd), referentiekaders bouwen, duidelijkheid geven ‘op de 5’, GROT’en, vertrouwen geven en eindtijd geven.

Wil jij dit ook leren? Lees dan het boek Auti-communicatie of volg de cursus van Geef me de 5, zodat je jouw eigen vragen kunt inbrengen en Geef me de 5 kunt toespitsen op jouw situatie. Meer informatie vind je op: www.geefmede5.nl/cursussen.