Doorvragen naar de oorzaak: begrijpen waarom

Waarom doet iemand met autisme wat hij of zij doet? Je hebt als ouders of professional al gauw door dat iedere persoon met autisme anders is. Voordat je bent meegenomen in zijn of haar ‘gebruiksaanwijzing’ is de kerstperiode weer voorbij en was het geen leuke periode. Of nog vervelender: er is een probleem of ruzie, en jij hebt geen idee wat er is gebeurd. Hoe kom je daar nou achter? In de ochtend van deze tweede dag leer je handige vragen stellen om de oorzaak van een probleem of gedrag van jouw kind, leerling of cliënt te achterhalen.

• Doorvragen met ‘want’ en ‘omdat’.
• Doorvragen op feiten.

Een taak verduidelijken: een persoon met autisme aan de slag krijgen!

Je bent concreet geweest in je communicatie en hebt afgestemd op de persoon met autisme door eerst aan te sluiten. Toch gaat hij of zij nog steeds niet aan de slag. Zelfstandig werken is lastig, samenwerken of een open opdracht maken gaat al helemaal niet. In het tweede deel van deze dag leer je hoe je 100 procent duidelijk kunt zijn, waarom dat cruciaal is voor de ontwikkeling van de mensen met autisme én hoe je kunt voorkomen dat je jezelf telkens moet herhalen.

• Duidelijk zijn op de 5: wat, hoe, waar, wie en wanneer.
• Visualiseren van taken.

Kunnen en aankunnen: waarom hij wel kan programmeren, maar niet alleen naar de wc durft

Soms tref je iemand met autisme bij wie je geen lijn ziet in de ontwikkeling: ze hebben een opleiding gehaald (of volgen onderwijs/een opleiding), maar douchen nauwelijks. Ze zijn ontzettend behulpzaam en sociaal, maar krijgen nachtmerries van het journaal. Bij de start van de derde cursusdag leer je hoe de sociaal-emotionele ontwikkeling een rol speelt bij autisme en hoe je hiermee rekening kunt houden.

Taal geven aan alles en iedereen: referentiekaders voor het leven

Je hebt al eerder geleerd hoe je een taak kunt verduidelijken en weet hoe je kunt afstemmen op de ontwikkeling. Wat je als ouder of professional het liefste wilt is jouw kind, leerling of cliënt steeds zelfstandiger zien worden. Hierdoor heb jij tijd over voor brusjes, andere leerlingen of cliënten. In de middag leer je structuren bouwen om jouw kind, leerling of cliënt te laten groeien naar (meer) zelfstandigheid. Je leert deze structuren taal te geven, zodat de nieuwe structuren mee kunnen naar de volgende stap in het leven van jouw kind, leerling of cliënt.

• Taakstructuur bouwen
• Dag(deel)structuur bouwen
• Bijstellen van structuur
• Ondertitelen van structuur

Alles is te overleven als je maar weet hoelang het duurt: omgaan met prikkels

Eén kenmerk van autisme kent bijna iedereen: overgevoelig reageren op prikkels zoals geluiden of aanrakingen. Je wilt hier rekening mee houden, tegelijkertijd hoort het bij het leven. Het is niet altijd stil in de klas, bij tikkertje spelen hoort dat je getikt wordt en jij hebt geen invloed op de temperatuur. In de ochtend van de vierde cursusdag leer je waarom het brein soms overgevoelig reageert op prikkels en hoe je jouw kind, leerling of cliënt hiermee kunt leren omgaan.

• Generaliseren
• Relativeren
• De rol van de thalamuspoort bij prikkelverwerking
• Een oplossende taak of aanpassing

Omgaan met vragen en onderwerpen die maar blijven terugkomen: de map voor altijd dicht!

Je hebt al vijf keer gezegd dat je niet weet of er dit jaar weer een springkussen is tijdens de Koningsspelen en je wordt enigszins moe van het gesprek over de verhuizing dat al zeker tien keer heeft plaatsgevonden. In de middag leer je hoe het kan dat jouw kind, leerling of cliënt die vragen maar blijft stellen of blijft praten over een onderwerp dat voor jou al lang klaar is. Daarnaast leer je hoe je deze ‘openstaande mappen’ ook weer kunt sluiten, zodat jij verder kan en de persoon met autisme weer ruimte heeft om te leren.

• Werkgeheugen in de frontaalkwab
• Mappen sluiten door duidelijk te zijn
• Mappen sluiten door duidelijk te parkeren