Actueel

« Terug naar overzicht

Geef me de 5 geeft antwoord - Lesvoorbereiding

20 augustus

Als vaste rubriek op onze website beantwoordt Geef me de 5 vragen van ouders en begeleiders van kinderen met autisme. Dit keer geven we antwoord op de vraag van een basisschoolleerkracht:

‘Bij de start van het nieuwe schooljaar doen we veel spelletjes om elkaar beter te leren kennen en te waarderen. Hebben jullie tips voor zulke groepsvormende activiteiten? Hoe houd ik rekening met de leerlingen met autisme?’

 

Geef me de 5 gaat terug naar de oorzaak

De eerste schooldagen zijn voor alle kinderen spannend; weer in het ritme, een nieuwe leerkracht, waar is mijn plekje? Vaak verlopen die eerste dagen wat chaotischer, omdat er speciale activiteiten zijn ter kennismaking en om de groepsbinding te bevorderen. Daardoor hebben de eerste dagen een minder vast ritme dan een ‘gewone’ schooldag.

Voor CASS (iemand met autisme) is dit nog lastiger. De onvoorspelbaarheid van deze dagen, de onduidelijkheden, de nieuwe activiteiten en alle sociale aspecten kunnen erg veel zijn. Om dit aan te kunnen, moet je namelijk snel kunnen schakelen, samenhang zien, kunnen relativeren, zelfkennis hebben en kunnen afstemmen op je medeleerlingen, de groep en de leerkracht. En dan moet je je ook nog eens aan spelregels houden.

Oorzaken die bij CASS voor problemen kunnen zorgen zijn:
onvoorspelbaarheid, onduidelijkheid en referentiekaders missen.

 

Geef me de 5 biedt de aanpak

We hebben de meest belangrijke zaken voor CASS voor je op een rijtje gezet:

Maak de dag voorspelbaar
De dag zal anders verlopen dan een normale schooldag. Deze onvoorspelbaarheid kan voor onrust zorgen. Je kunt CASS helpen door (op het bord) een tijdlijn te tekenen van de dag met alle activiteiten die gaan plaatsvinden. Vaste gebeurtenissen, die altijd terugkeren op een schooldag, geven houvast, zoals pauzes, eten, buitenspelen en weer naar huis. Noteer deze in een andere kleur, zodat ze opvallen. Plan daarna alle andere activiteiten ertussen.

Vertel de spelregels
Zorg ervoor dat je de spelregels, per spel, duidelijk maakt ‘op de 5’. Houd er rekening mee dat CASS soms meer details nodig heeft dan andere kinderen. Je legt bijvoorbeeld aan iedereen uit wat ze moeten doen als ze aan de beurt zijn. Voor CASS maak je ook concreet wat hij moet doen als hij niet aan de beurt is. Daarnaast kun je voorspelbaar maken óf iedereen aan de beurt komt (of niet) en hoe CASS kan reageren op het verhaal van de ander. De sociale regels benoem je dan dus expliciet.

Je kunt dit voorbereiden door het spelverloop in je hoofd door te nemen en te bedenken wat je op elk moment van CASS verwacht, dan kom je alle stapjes vanzelf tegen. Je kunt kiezen om met hem te gaan zitten en alles van tevoren uit te leggen, maar je kunt het ook in je achterhoofd houden en tijdens het spel zelf gebruiken, wanneer nodig. Doordat je het dan allemaal al bedacht hebt, signaleer je beter wanneer het nodig is en kun je het sneller toepassen.

Voorkom niet ingevulde tijd (NIT)
Wanneer wachten moeilijk is voor CASS (al is het maar die ene minuut dat zijn klasgenoot vertelt over zijn hobby), dan zie je dat hij onrustig wordt, herhalende handelingen vertoont of ongewenst gedrag laat zien. Geef hem dan iets kleins om te doen; geef hem bijvoorbeeld iets te friemelen of een extra taakje.

Bouw aan zelfkennis
Standaardvragen bij kennismakingsspelletjes zijn vragen als: ‘Wat zijn je hobby’s?’ en ‘Wat is je lievelingseten?’ Bedenk welke er langskomen en of CASS hier eigenlijk wel antwoord op heeft. Voor dit soort vragen heb je zelfinzicht nodig (theorie of mind 1, ToM 1). Zelfs scholieren op het middelbaar onderwijs weten lang niet altijd het antwoord. Hoe vervelend is het als CASS deze vraag niet kan beantwoorden! Zorg er daarom voor dat hij vooraf de vragen weet en antwoorden heeft. Je kunt hem helpen door jouw kennis over hem, die van de leerkracht van vorig jaar en/of die van zijn ouders te verzamelen en dit voor hem op papier te zetten. ‘Jij zit op voetballen en vindt dat leuk, voetballen is jouw hobby.’ Door dit stellig te doen, bereid je hem niet alleen voor op de spelletjes, maar ben je gelijk IK aan het bouwen (het referentiekader voor ‘wat wil ik, wat vind ik, wat voel ik, wat kan ik’).

Werk aan sociale vaardigheden
We noemden het al bij de spelregels: maak sociale regels expliciet door ze te benoemen. Het kan zijn dat CASS iets nog niet weet wat voor anderen wel vanzelfsprekend is. Bedenk welke vaardigheden nodig zijn bij de activiteiten die je hebt gepland; hoe geef je bijvoorbeeld een compliment en hoe ontvang je deze? Leg dat aan CASS concreter uit dan je normaalgesproken zou doen.

De sleutels zijn: voorspel wat komt, geef ‘duidelijkheid op de 5’ en bouw referentiekaders.

 

Welke Geef me de 5-technieken hebben we ingezet?

Bij alle bovenstaande punten gebruik je verschillende Geef me de 5-technieken. Je visualiseert de dagindeling door de tijdlijn op het bord te tekenen. Je gebruikt Auti-communicatie en geeft duidelijkheid ‘op de 5’ bij het uitleggen van de spelregels. Je ondertitelt bij sociale situaties en bij het bouwen van IK.

 

Wil jij dit ook leren?

In onze boeken vind je veel informatie. Ons blog ‘Welk boek over autisme is handig voor jou?’ helpt je te kiezen.