Actueel

« Terug naar overzicht

Executieve functies en autisme

23 november

Gedrag en de oorzaak

Plannen en organiseren, op tijd komen, tot actie overgaan, gefocust blijven: veel jongeren en jongvolwassenen hebben hier moeite mee en het merendeel van mensen met autisme ook. ‘Het heeft te maken met de executieve functies’, wordt dan gezegd. Hoe zit dat precies? En wat kun je doen om deze vaardigheden te ontwikkelen en te versterken? In deel 1 van dit artikel nemen we je mee in de basiskennis, in deel 2 geven we tips.

 

Wat zijn executieve functies?

‘Executieve functies’ (EF) is een paraplubegrip. Daaronder vallen tien verschillende processen en vaardigheden in je brein waarmee je jouw handelen aanstuurt. Zij maken het mogelijk dat je in staat bent doelen te stellen, te weten wat nodig is om die doelen te bereiken, te zorgen voor focus en te zorgen dat je je doelen behaalt.

De executieve functies zijn vaardigheden die plaatsvinden in je werkgeheugen. Je kunt ze onderverdelen in vaardigheden voor ‘denken’ en vaardigheden voor ‘doen’.

Executieve functies voor denken:

  • Plannen en prioriteren: kunnen bedenken hoe je iets aanpakt en met welke (deel)taak je gaat beginnen.
  • Organiseren: weten waarmee en wanneer je moet beginnen, wie en/of wat je daarvoor nodig hebt en hoe je dat moet doen.
  • Timemanagement: tijd voor een taak kunnen inschatten en zo efficiënt mogelijk met je tijd kunnen omgaan.
  • Metacognitie: jezelf en de situatie kunnen overzien en evalueren. Kunnen nadenken over je eigen gedrag en gedachten.

Executieve functies voor doen (actie ondernemen):

  • Taakinitiatie: kunnen beginnen met een taak.
  • Doelgericht gedrag: realistische doelen kunnen stellen en behalen.
  • Responsinhibitie: kunnen nadenken voor je iets doet.
  • Volgehouden aandacht: je aandacht (voor langere tijd) ergens op kunnen richten.
  • Emotieregulatie: je emoties kunnen uiten en controleren.
  • Flexibiliteit: van aanpak kunnen wisselen.

Je werkgeheugen zelf heeft ook een belangrijke taak, namelijk: belangrijke informatie onthouden tijdens het uitvoeren van een (complexe) taak.

Interne spraak
Je interne spraak, het stemmetje in je hoofd dat jou helpt nadenken (ja weet wel, die stem waarmee je opeens hardop tegen jezelf praat als je je sleutels zoekt), is een belangrijke partner van je werkgeheugen en de executieve functies. De interne spraak geeft namelijk taal aan je denken en doen en stuurt daarmee jouw executieve functies aan. Hoe beter jouw interne spraak is ontwikkeld, hoe beter je jouw executieve functies kunt inzetten.

 

Een voorbeeld van executieve functies

Fedde gaat morgen op excursie met school. Hij moet daarvoor al om 7.30 uur op school aanwezig zijn. Ook moet hij extra eten en drinken en een regenjas meenemen, en het opdrachtenboekje dat de mentor een week eerder uitdeelde.
Fedde maakt de dag van tevoren een plan (plannen): hij zal die middag na schooltijd naar de winkel gaan om eten en drinken te kopen, eenmaal thuis zal hij al zijn spullen bij elkaar zoeken en in zijn tas doen, ook zal hij direct de wekker voor de volgende ochtend zetten. Zo is alles goed voorbereid. De volgende dag hoeft hij zich dan alleen nog klaar te maken, net als normaal.

Fedde volgt zijn plan (doelgericht gedrag) en gaat naar de winkel. In zijn hoofd heeft hij het lijstje met eten en drinken dat hij van zijn moeder mocht kopen (werkgeheugen). Dan komt er een appje van een vriend binnen: of hij mee gaat skaten. Uiteraard is dat veel leuker, maar Fedde denkt eerst na (responsinhibitie) en kiest er dan voor om eerst alle voorbereidingen voor de volgende dag te doen (prioriteren). Zijn vriend vindt dit onzin en noemt Fedde een nerd, Fedde zucht een keer en kiest ervoor om toch zijn plan te volgen (emotieregulatie). Eenmaal thuis drinkt hij eerst wat en scrolt hij wat op zijn telefoon. Als zijn drinken op is legt hij zijn telefoon weg en gaat hij op zoek (taakinitiatie) naar zijn opdrachtenboekje en regenjas. Als Fedde zijn regenjas niet kan vinden, bedenkt hij dat zijn ouders wel zullen weten waar die is (organiseren). Omdat zijn ouders niet thuis zijn, kiest hij ervoor eerst te gaan skaten en dan vanavond aan zijn ouders te vragen waar zijn regenjas is (flexibiliteit). Als zijn ouders eenmaal thuis zijn, is de regenjas zo gevonden, Fedde heeft alle voorbereidingen afgerond (volgehouden aandacht). De volgende ochtend wordt Fedde wakker als zijn vader zijn kamer binnenkomt. Oeps, door de wekker heen geslapen! Fedde beseft dat hij weinig tijd heeft en past zijn tempo en volgorde aan (timemanagement), door zijn goede voorbereiding komt Fedde nog ruim op tijd op school voor zijn excursie.

Zoals je vast opvalt bij het lezen van bovenstaand voorbeeld overlappen veel functies elkaar. Daarom worden ze vaak samen genoemd; je hebt ze allemaal nodig om dagelijkse taken te kunnen volbrengen.

 

De ontwikkeling van executieve functies en de puberteit

Je executieve functies ontwikkelen zich vanaf je babytijd totdat je een jaar of 23 bent. In de puberteit wordt er al heel veel van je executieve vaardigheden gevraagd, eigenlijk iets te veel; jongeren worden overvraagd. Weinig jongeren kunnen zo goed plannen als Fedde in bovenstaand voorbeeld. Tegelijkertijd is de puberteit hét moment om hiermee te oefenen, je brein hierin te trainen en hierin dus ook vaardiger te worden. Hoe ouder je wordt, hoe makkelijker het zal gaan, simpelweg doordat je meer ervaring hebt.

 

Executieve functies bij autisme

Als je autisme hebt is je interne spraak minder goed ontwikkeld. Daarnaast is er bij autisme een groot risico dat informatie niet of niet volledig aankomt in je werkgeheugen door acht storingen in het brein. Hoe kun je dan een volledig plan maken, de juiste doelen stellen en jezelf hierin aansturen? Hierdoor zijn de executieve functies minder goed ontwikkeld.

 

“Bij autisme is er niets mis met de executieve functies. Ze kunnen wel minder goed ontwikkeld zijn door problemen in de informatieverwerking.”

 

Met de methoden en technieken uit Geef me de 5-methodiek kun je deze vaardigheden wel versterken. Hoe leggen we uit in het vervolgartikel ‘Tips voor het versterken van de executieve functies bij autisme’.